Hoe verloopt een training?
U zit in een heerlijk gemakkelijke stoel en krijgt 5 sensoren op het hoofd geplakt: drie rechts en twee links. Sensoren zijn kleine plaatjes waardoor de hersenactiviteit opgemeten kan worden. Deze sensoren meten alleen maar, brengen niets het hoofd in.
Terwijl u ontspannen zit, luistert u naar muziek of kijkt naar een film.
De sensoren meten ondertussen de hersenactiviteit. En hersenactiviteit uit zich in kleine stroompjes, in hersengolven. De gemeten waarden worden omgezet in computertaal, gaan naar de computer. Er wordt gewerkt met een speciaal hiervoor ontworpen computerprogramma.
De computer maakt berekeningen van de metingen: als de meting te hoog of te laag uitvalt, dat wil zeggen als er teveel of te weinig hersenactiviteit is, dan stopt even het geluid: de film stottert of het lijkt of er stof op de muziek-cd ligt.
Op dit signaal reageren de hersenen met zich aan te passen en te reorganiseren, waardoor de onrust verdwijnt. U merkt alleen maar de stops op, de rest verloopt onbewust.
Per keer duurt een training ongeveer 30 minuten. Het plakken van de sensoren vergt ook wat tijd, zodat u moet rekenen op 45 tot 60 minuten per keer.